Wat is AI
Artificial Intelligence, oftewel AI, is als een slimme digitale assistent voor onze computers. Het draait om programma's die niet alleen reageren op opdrachten, maar ook zelf kunnen leren. Ook kunnen ze bijvoorbeeld zelf beslissingen nemen als je ze daartoe programmeert. Stel je voor dat je computer een vriend wordt die steeds slimmer wordt naarmate de tijd voorbijgaat, hoe geweldig is dat.
AI betekent eigenlijk gewoon dat computers dingen kunnen leren, maar ook dingen kunnen begrijpen. Het gaat niet alleen om het uitvoeren van taken, maar ook om zelf slimmer te worden. Het is als een computer die steeds beter wordt in wat hij doet. In eenvoudige woorden is AI dus eigenlijk een verzameling trucjes voor computers die zich steeds verder ontwikkelen. Het draait niet alleen om rekenkracht, maar ook om het vermogen zelfstandig te leren en beslissingen te maken om bijvoorbeeld oplossingen te bedenken. De computer bedenkt dus zelf of iets ergens goed bij past en het daarom wel of niet uit te voeren. Wel is het de bedoeling dat we de AI voor goede dingen gebruiken en niet dat we bijvoorbeeld robots maken die de mensen uitschakelen.
Wat AI echt bijzonder maakt, is dat deze programma's kunnen leren zonder dat iemand ze vertelt wat ze moeten doen. Ze gebruiken onder andere gegevens om zichzelf te trainen, (denk hierbij aan een computer die leert om ziektes te herkennen). Ook gebruiken ze slimme trucjes die ervoor zorgen dat de programma’s aangepast worden op de situatie (denk hierbij aan een robot die bijvoorbeeld leert bewegen).
AI is eigenlijk al een tijdje bij ons. Denk hierbij aan gezichtsherkenning op smartphones, chatbots die met ons praten en aanbevelingen voor films op basis van wat we eerder leuk vonden. En de toekomst belooft nog meer interessante dingen, zoals computers die zo snel mogelijk de juiste ziektes kunnen herkennen.
Wat AI echt bijzonder maakt, is dat het niet stil blijft staan. Door slimme algoritmes, maar vooral door gegevens te gebruiken kunnen AI-systemen zichzelf steeds verder verbeteren. Denk aan een computer die leert om complexe medische aandoeningen te begrijpen of een auto die steeds beter leert rijden.
AI komt het meest voor in ons dagelijks leven, zelfs meer dan dat we meestal zelf door hebben. Van sociale media tot navigatie, we maken er waarschijnlijk meer gebruik van dan we denken. Bedrijven en zorginstellingen zetten AI steeds vaker in voor taken zoals ziekteherkenning, criminaliteitspreventie en natuurrampvoorspellingen.
In het kort is AI dus meer dan alleen een geavanceerde technologie. Het is een systeem dat zichzelf sterk ontwikkeld en leert van de fouten wat ons dagelijks leven doordringt. Het opent deuren naar innovaties, maar AI brengt dus ook verantwoordelijkheid met zich mee om ervoor te zorgen dat het op een positieve manier wordt toegepast. Begrijpen hoe AI werkt en wat het kan doen is essentieel terwijl we deze technologische revolutie in kaart brengen.